Voor het slapen gaan willen alle kinderen een verhaaltje horen van hun vader of moeder. Het is natuurlijk gemakkelijk om een kinderboek te pakken en dit voor te lezen, maar het is nog veel leuker om zelf een verhaaltje te verzinnen en te vertellen. Maar hoe bedenk je zo’n verhaaltje eventjes snel?
Een kort verhaaltje voor het slapen gaan bevat de volgende elementen:
een personage/karakter (denk aan: een jongetje/meisje net zo oud als je kind, een superheld, een fabeldier)
een locatie (denk aan: de slaapkamer, een hoge toren, het bos)
een gebeurtenis (denk aan: een tent bouwen, een dame in nood redden, een race)
een tegenstander (een spin, een storm, een heks)
Als je al deze elementen samenvoegt, heb je een kort verhaaltje voor het slapen gaan!
De uitslover
Wim speelt rustig in zijn slaapkamer met de Lego als zijn moeder binnen komt.
‘Je moet naar bed, Wim. Het is tijd.’
‘Nog even, mam! Morgen is het zaterdag.’
‘Nou, nog eventjes dan.’
‘Mag ik een tent bouwen, mam? Ah, toe nou, mam!’
Zijn moeder knikt en pakt een aantal lakens uit zijn kledingkast. ‘Kijk, maak het hier maar van. Ik zal nog een aantal knijpers uit de badkamer halen.’
Wim gaat aan de slag en maakt een prachtige tent rondom en over zijn bed. Hij klimt uit bed en bekijkt zijn werk van een afstandje. Hij vindt het prachtig geworden!
Dan ziet hij een grote, vette, dikke spin aan een draad boven zijn tent hangen. Hij klimt snel zijn tent weer in en door een klein kiertje in het dak ziet hij de spin hangen. Voorzichtig gaat Wim met zijn hand door het kiertje van de tent. In één beweging grijpt hij richting de spin, maar hij is te langzaam. De spin rent vliegensvlug over zijn draad naar boven en verdwijnt in zijn enorme spinnenweb rondom de lamp van de slaapkamer.
Uitslover, denkt Wim. Mijn tent is net zo mooi geworden.
Storm op komst
Boven de hoge toren van de stad vliegt er een donker figuur. Zijn cape wappert in de wind en kleurt prachtig rood, wit en blauw. Bovenin de toren klinkt er een hoog gegil. Als je goed kijkt, zie je een mooie dame met lange, blonde haren. Ze kijkt angstig en houdt stevig vast aan de ramen van de toren.
‘Geen paniek, dame in nood! Ik kom u redden!’ De superheld vliegt een aantal rondjes om de toren en probeert te landen op het bovenste puntje van de toren. Boven zijn hoofd vormen donkere wolken en regendruppels komen naar beneden. De superheld moet nu harder vliegen om tegen de harde wind vooruit te komen, maar uiteindelijk landt hij op de hoge toren naast de dame in nood.
‘Lieve dame, sla uw armen om mijn nek en ik zal u naar de grond brengen.’ De mooie dame pakt de superheld goed vast en samen vliegen ze veilig naar beneden.
‘U bent mijn held, superheld!’
Kwade race
‘Ik mag nu, ik mag nu!’ Konijn hopt op en neer voor Snelpaard.
Snelpaard had net gewonnen van Schildpad, maar die ging dan ook zo langzaam. Van Konijn zal ie vast en zeker ook wel winnen.
‘Goed dan, Konijn. Kom maar op!’ Konijn en Snelpaard gaan in positie staan en één, twee, drie, racen maar! Konijn en Snelpaard vliegen door het bos over een zelfgemaakt parcour. Al slingerend rennen ze om bomen, langs kuilen en meren. Steeds sneller en sneller!
Dan ziet Snelpaard plotseling een paarse verschijning naast hem rennen. Een akelige lach komt hem tegemoet. Snelpaard en Konijn voelen zich ineens koud en verdrietig worden. Ze gaan steeds langzamer rennen, zo langzaam, totdat ze uiteindelijk stil komen te staan.
Dan verdwijnt het nare gevoel net zo snel als het gekomen is.
‘Daar, daar, in de verte!’ Konijn wijst naar een grote eikenboom. Bovenin zit de grote, boze heks. Ze grijnst naar Konijn en Snelpaard.
‘Ik heb een plannetje.’ Snelpaard fluistert iets in het oor van Konijn.
Samen nemen ze een aanloop en ze rennen zo hard als ze kunnen af op de grote eikenboom. Met een enorme knal laten ze de boom schudden en de heks valt met een grote plof op de grond.
‘Ha, nu hebben we allebei gewonnen!’ Konijn slaat zijn arm om Snelpaard.
‘Zeker weten. Wij zijn de helden van het bos.’
Drie korte verhaaltjes voor het slapen gaan en in een half uur geschreven.
Welk verhaaltje vertel jij aan je kinderen voor het slapen gaan?
