Hoe schrijf je voor kinderen?
Hoe schrijf je voor kinderen?

Hoe schrijf je voor kinderen?

Ik ben dol op kinderen en ik ben dol op schrijven. Mijn droom is dat ooit één van mijn kinderverhalen als een boek wordt uitgegeven. Om deze droom te verwezenlijken, ben ik onder andere deze blog begonnen. Zo oefen ik het schrijven, over van alles en nog wat, maar ook voor kinderen (zie mijn vervolgverhaal: Tom de superheld).

Ook lees ik veel kinderboeken, onder andere van Roald Dahl, Jacques Vriens en Annie M.G. Schmidt. Dit waren vroeger mijn favoriete auteurs en nu als schrijver haal ik inspiratie daaruit.

Tot slot volg ik momenteel de cursus Open boek tot leescoördinator waarin ik veel over leesbevordering leer en ik leen veel boeken uit de bibliotheek over leesbevordering, ontwikkelingspsychologie en boeken over creatief schrijven.

Schrijven voor kinderen is een vak apart. Letterlijk en figuurlijk. Hieronder wil ik jullie vijf punten meegeven die ik zelf heb ontdekt over het schrijven van kinderverhalen.

Inhoud

Allereerst de inhoud. Het onderwerp moet iets zijn dat de kinderen zal aanspreken. Dit is meestal een standaard thema, zoals vriendschap, familie of liefde, maar met een origineel sausje eroverheen. Het moet vooral niet al bekend en geschreven zijn.

Schrijfstijl

Daarna komen we bij de stijl. Je gaat geen ellenlange beschrijvingen geven van een boom, zoals je in romans voor volwassenen misschien wel zou doen. Nee, het moet kort en bondig zijn en vooral ook vóór te lezen zijn. En dialogen, kinderen houden van dialogen lezen. Dit gaat snel en is begrijpelijk.

Gekkigheid

Vervolgens gooi je er een beetje gekkigheid doorheen. Kinderen houden bijvoorbeeld van verhalen over kinderen die kattenkwaad uit halen. Ook houden ze van dieren met rare eigenschappen, mensen met gekke namen en maffe lichaamsdelen, zoals een enorm grote neus, en ook houden ze van vreemde locaties, zoals een boomhut of de Noordpool.

Humor

Nu we het over gekkigheid hebben, spreken we ook maar gelijk over humor. Kinderboeken moeten grappen bevatten; flauwe slapstick en poep- en piesmoppen. Als een kind niet ergens in het boek kan lachen, is het naar mijn mening geen geslaagd boek.

Lengte

Nu de inhoud er is, moet het verhaal dat je wilt vertellen, kort en bondig verteld worden. Grotere onderwerpen verdienen natuurlijk een dikker boek dan kleine onderwerpen, maar over het algemeen zijn kinderboeken geen dikke pillen.

Dit zijn mijn tips voor het schrijven van kinderboeken. Heb jij nog tips voor mij? Laat het me weten in een reactie 🙂

Deel deze blogpost op social media:

Geef een reactie

Yours truly, the Storyteller